You are here

De meeste mensen deugen. Rutger Bregman

De magie van ‘eerst geloven en dan zien’.

Onlangs waren we uitgenodigd door mijn zeer gewaardeerde broer. Hij had een mooie groep van mensen samengebracht. De aanleiding: het grootste diner van Rikolto. De meeste gasten kenden elkaar niet en dan wordt er heerlijk gesnuffeld aan elkaar. Op een bepaald moment kwam het boek ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman ter sprake. Ik had het aan mijn broer cadeau gedaan. Hij beval het aan bij zijn vrienden. Al snel werd er schamper gelachen met de titel. We hadden al een paar grote problemen aangeraakt: de overbevolking, de klimaatuitdaging, betaalbare pensioenen en de moeilijke Belgische politieke situatie. Dat ging gepaard met een cynische ondertoon als ‘we maken er een boeltje van’ en ‘hoe geraken we hier ooit uit’. Als je dan poneert dat ‘de meeste mensen deugen’ rijst er vooral ongeloof. Want zijn we met z’n allen niet het tegendeel aan het bewijzen?

Ik verdedigde het boek, maar ik vond het lastig om mijn punt te onderbouwen. De dagen nadien bleef ik erover nadenken. Hoe kunnen we geloven dat de meeste mensen deugen als we het te weinig zien? Als je het aan het mensen vraagt, zullen ze beamen dat de meeste mensen in hun omgeving (familie, vrienden, kennissen, collega’s,…) deugen. Dus als we al die omgevingen optellen, komen we tot een mensheid die deugt.  Is dat te simpel? Ontwaren we daarbuiten niet het grote kwaad van onverantwoordelijke politici, van immigranten met slechte bedoelingen of van landgenoten die er de kantjes vanaf lopen? Als we het nieuws erop naslaan, lijkt er maar één conclusie mogelijk: de meeste mensen deugen niet. Dat de media vooral de kritische waakhond speelt en focust op alles wat niet werkt, wordt daarbij over het hoofd gezien. Het is jammer genoeg wel bepalend voor ons wereldbeeld.

Is de stelling ‘de meeste mensen deugen’ waar of naïef?

Misschien is het een magische veronderstelling die de kracht in zich draagt om zichzelf waar te maken? 

Rutger Bregman vertelt in zijn boek vele verhalen die zowel het ene (het is waar dat de meeste mensen deugen) als het andere (als we mensen behandelen als mensen die deugen, is de kans groot dan ze zich als deugdelijke mensen gedragen) aantonen. 

Tijdens oorlogen komt het slechtste in mensen naar boven en toch laten soldaten in het heetst van de strijd ook zien dat ze deugen, ook al hebben ze een feilloze training doorlopen, zijn ze ervaren en geloven ze in de zaak waarvoor ze vechten. Slechts 15 tot 25% van de soldaten schiet aan het front (Marshal, de invasie van Makin, 1943) en zo was minder dan 1% van de Amerikaanse gevechtspiloten verantwoordelijk voor meer dan 40% van de neergeschoten vliegtuigen (na-oorlogs onderzoek, WOII). De meeste schoten nooit of deden er ook maar een poging toe (slechts 13 tot 18% volgens socioloog Randall Collins).  Want, stelt Collins: “Mensen zijn ten diepste geneigd tot interactie en solidariteit, en dat is wat geweld zo moeilijk maakt.” Opmerkelijke constateringen die aantonen dat mensen - in dit geval soldaten - anders zijn dan het beeld dat we van hen hebben.

Bregman gaat verder. Als we geloven dat de meeste mensen deugen en dat ze er ook naar handelen, hoe gaan we dan om met gevangenen? En hoe organiseren we dan onze gevangenissen? De Noorse aanpak strekt tot voorbeeld. Halden is een Noorse gevangenis zonder cellen en tralies. Hier geen bewakers met pistolen of handboeien. Wel een hoge muur rond een mooi ruim en groen terrein. Goed uitgeruste individuele kamers, gevangenen die samen koken, muziek maken in een studio,… Halden is een gevangenis met het hoogste beveiligingsniveau, want er zitten zware criminelen. Niet ver van Halden, op het eiland Bastoy, gaat het er nog relaxter aan toe. Gevangenen en bewakers leven er samen. Er is geen onderscheid in kledij. Je ziet op het eerste zicht niet wie wie is. Ze ploegen, zaaien, oogsten, koken, hakken hout, timmeren, skiën, zonnebaden, barbecueën en musiceren samen. Sommigen verlaten de gevangenis om op het vasteland te gaan werken. Wat maakt dat het zo anders kan? De bewakers krijgen een tweejarige opleiding. Ze leren om het gesprek aan te gaan met de gevangen en om gevangenen in gesprek te laten gaan met elkaar als er een conflict de kop op steekt. Om hen te behandelen als mensen die ook het goede in zich meedragen, om vrienden met hen te worden in plaats van hen te betuttelen en te vernederen. De belangrijkste taak van de bewakers is om gevangenen zo goed mogelijk voor te bereiden op het leven buiten de gevangenis. Vandaar dat het ook zo belangrijk is dat de gevangenis maximaal lijkt op het leven daarbuiten. Het resultaat: Noorwegen heeft het laagste aantal recidivisten in de wereld. In de VS - dat bekend staat om een erbarmelijk en streng gevangenissysteem - zit 60% van de gevangenen twee jaar na hun vrijlating terug achter slot en grendel. In Noorwegen is dat 20%. Het resultaat: meer gevangenen die na hun straf weer overgaan tot een normaal leven en een enorme kostenwinst omdat er minder gevangenen zijn. Kortom: een beter, menselijker en goedkoper systeem.

Waarom intrigeert dit boek me zo?  

Waarom vind ik het zo belangrijk voor coaches, leidinggevenden en finaal voor ons allemaal? Omdat we de kracht van positieve aannames en veronderstellingen over mensen, teams en organisaties blijven onderschatten. Omdat het heel veel oefening vergt om ons oordeel over mensen aan de kant te schuiven. In het oplossingsgericht werken wordt er veel aandacht besteed aan positieve aannames. We gaan er van uit dat mensen veerkrachtig zijn, bij willen dragen tot het goede, coöperatief zijn, betekenisvol willen zijn in hun leven en werk, volwaardig zijn, om kunnen gaan met verandering enz. Net deze aannames verrichten wonderen. Ze verleggen de aandacht naar het glas dat half vol is, naar de sterktes en kwaliteiten die er zijn, naar alle mogelijkheden voor de toekomst.

Omdat alles wat we aandacht geven groeit, draagt ‘eerst geloven en dan zien’ veel meer magie in zich dan de stelling: ‘eerst zien en dan geloven’.

 

Chris Aertsen

 

Rutger Bregman, De meeste mensen deugen, De Correspondent